Houtsnede

Houtsnede is een graveertechniek, wiens naam komt van de Griekse termen xulon (hout) en grafé (schrijven). Zoals de etymologie zegt, is het de gravure die op hout is gemaakt. Het gebruik van deze techniek is vrij oud, het werd al vóór de uitvinding van de drukpers in de versiering van gedrukte boeken verwerkt. Deze grafische techniek presenteert reliëf en hol als de belangrijkste modaliteit. Voor de realisatie ervan zijn houten planken nodig. Het kan elk goed uitgehard hout zijn, inclusief laminaat en spaanplaten. Over het algemeen wordt hardhout (zoals buxus, peer of kers) meer gebruikt, zachthout is volgzaam tot snijwerk, maar niet erg bestendig voor lange runs.

Houtsnede

De kunstenaar maakt de tekening die op het hout moet worden gereproduceerd en snijdt deze vervolgens langs de lijnen van het ontwerp met een instrument genaamd een burijn of een guts, waarbij de te printen delen en de tussenliggende ruimtes in reliëf blijven. Met verschillende soorten gutsen worden verschillende texturen in de afbeelding verkregen (een brede guts geeft een breder en ruwer effect dan een fijne). De lijnen die in reliëf zijn, worden geïnkt, daarna, wanneer ze worden ingedrukt, worden ze positief op het papier overgebracht en worden ze afgedrukt, en worden de tussenruimten blanco gelaten. Dit type gravure geeft harde contrasten van zwart en wit, dus het is geen geschikte techniek om halftoon te produceren, hoewel wanneer de kunstenaar bekwaam genoeg is, hij zeer fijne slagen kan bereiken.

Deze procedure kan worden opgelost op hout dat in de lengte of parallel aan de vezels van de boomstam is gesneden, en dwars of loodrecht op de vezels waarmee de houtnerf wordt verwijderd, de eerste staat bekend als "draadgravure" en de tweede als gravure “a la testa” (tegenvezel). Deze techniek komt oorspronkelijk uit het Verre Oosten, met name uit China (6e eeuw na Christus). Men kan zeggen dat de Chinezen en Japanners de meesters waren die de techniek aan westerse kunstenaars onderwezen. In het veertiende-eeuwse Europa werd houtsnede eerst gebruikt om tekeningen op canvas te reproduceren en later om kaarten, kalenders en religieuze prenten te maken.

In 1430 verschenen de eerste boeken die volgens deze procedure werden gedrukt, gemaakt in Nederland en Duitsland. Ze gingen over het leven van heiligen, de kunst van het sterven, astronomie, enz. Het genre dat de meeste voordelen opleverde, was de "Bijbel van de armen", die in de prediking werd gebruikt en die, omdat deze tot de ongeletterde massa was gericht, groot belang hechtte aan illustraties. De houtsnede werd later verlaten en vervangen door de diepdruktechniek, omdat het graveren van metaal harder was. Momenteel wordt het alleen gebruikt als artistiek gebruik.

Aanbevolen

Obvención
2020
Bol
2020
Auteur
2020